top of page

S​TATUTEN 

NAAM EN ZETEL 

Artikel 1 

1. De stichting draagt de naam: Stichting REVASPORT. KVK nr: 82509573

2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Amsterdam. 

Artikel 2 

1. De stichting heeft ten doel: het creëren van mogelijkheden voor mensen met  niet aangeboren hersenletsel om weer mee te kunnen doen aan het leven, de maatschappij, en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of  zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste  zin des woords. 

2. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door: sport en gezondheidsbevorderende middelen, en mobiliteit ontwikkelen en mogelijk  maken. 

VERMOGEN 

Artikel 3 

1. Het vermogen van de stichting zal worden gevormd door: 

a. schenkingen, erfstellingen en legaten; 

b. subsidies en donaties; 

c. alle andere verkrijgingen en baten. 

2. Erfstellingen kunnen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving. 

BESTUUR 

Artikel 4 

1. Het bestuur van de stichting bestaat uit ten minste twee (2) leden en wordt  voor de eerste maal bij deze akte benoemd. 

Het aantal leden wordt -met inachtneming van het in de vorige zin bepaalde door het bestuur met algemene stemmen vastgesteld. 

2. Het bestuur (met uitzondering van het eerste bestuur, waarvan de leden in  functie worden benoemd) kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris  en een penningmeester. De functies van secretaris en penningmeester  kunnen ook door één persoon worden vervuld. 

3. Een bestuurslid wordt benoemd voor onbepaalde tijd.

4. Bij het ontstaan van een (of meer) vacature(s) in het bestuur, zullen de overblijvende bestuursleden met algemene stemmen (of zal het enige overblijvende bestuurslid) binnen twee maanden na het ontstaan van de vacature(s) daarin voorzien door de benoeming van één (of meer)  opvolger(s). 

5. Mocht(en) in het bestuur om welke reden dan ook één of meer leden  ontbreken, dan vormen de overblijvende bestuursleden, of vormt het enige  overblijvende bestuurslid niettemin een wettig bestuur. 

6. De leden van het bestuur genieten geen beloning voor hun werkzaamheden.  Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun  functie gemaakte kosten. 

7. Bij belet of ontstentenis van een of meer bestuurders zijn de overige  bestuurders, of is de enige overgebleven bestuurder, tijdelijk met het bestuur  belast. 

Bij belet of ontstentenis van alle bestuurders is een door het bestuur daartoe  voor onbepaalde tijd aan te wijzen persoon tijdelijk met het bestuur belast. BESTUURSVERGADERINGEN EN BESTUURSBESLUITEN 

Artikel 5 

1. De bestuursvergaderingen worden gehouden te Amsterdam, tenzij het  bestuur anders besluit. 

2. Ieder kalenderkwartaal wordt ten minste één vergadering gehouden. 3. Vergaderingen zullen voorts worden gehouden, wanneer de voorzitter dit  wenselijk acht of indien één van de andere bestuursleden daartoe schriftelijk  en onder nauwkeurige opgave van de te behandelen punten aan de voorzitter  het verzoek richt. Indien de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg  geeft, in dier voege, dat de vergadering kan worden gehouden binnen drie  weken na het verzoek, is de verzoeker bevoegd zelf een vergadering bijeen te  roepen met inachtneming van de vereiste formaliteiten. 

4. De oproeping tot de vergadering geschiedt -behoudens het in lid 3 bepaalde door de voorzitter, ten minste zeven dagen tevoren, de dag van de oproeping  en die van de vergadering niet medegerekend, door middel van  oproepingsbrieven. 

5. De oproepingsbrieven vermelden, behalve plaats en tijdstip van de  vergadering, de te behandelen onderwerpen. 

6. Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuursleden  aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de  orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door  de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van  vergaderingen niet in acht genomen. 

7. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur; bij diens afwezigheid wijst de vergadering zelf haar voorzitter aan. 

8. Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden door de

secretaris of door één van de andere aanwezigen, door de voorzitter daartoe aangezocht. De notulen worden vastgesteld en getekend door degenen, die in  de vergadering als voorzitter en secretaris hebben gefungeerd. 

9. Het bestuur kan ter vergadering alleen dan geldige besluiten nemen, indien  de meerderheid zijner in functie zijnde leden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. 

Een bestuurslid kan zich ter vergadering door een medebestuurslid laten vertegenwoordigen op overlegging van een schriftelijke, ter beoordeling van  de voorzitter van de vergadering voldoende, volmacht. Een bestuurslid kan  daarbij slechts voor één medebestuurslid als gevolmachtigde optreden. 

10. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle  bestuursleden in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk of op leesbare en  reproduceerbare wijze langs elektronische weg hun mening te uiten. Van een  aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden  door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na medeondertekening door de  voorzitter bij de notulen wordt gevoegd. 

11. Ieder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid van de geldig  uitgebrachte stemmen. 

12. Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter  een schriftelijke stemming gewenst acht of één van de stemgerechtigden dit  vóór de stemming verlangt. 

Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes. 13. Blanco stemmen worden beschouwd niet te zijn uitgebracht. 14. Het ter vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag  

van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een  genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk  vastgelegd voorstel. 

15. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de  juistheid daarvan betwist dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de  meerderheid van de vergadering, of, indien de oorspronkelijke stemming niet  hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit  verlangt. 

Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de  oorspronkelijke stemming. 

BESTUURSBEVOEGDHEID EN VERTEGENWOORDIGING 

Artikel 6 

1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. 

2. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot  het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen. 

3. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten,

waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich  voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van  een derde verbindt. 

Artikel 7 

1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting in en buiten rechte. 2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende bestuursleden. 

EINDE BESTUURSLIDMAATSCHAP 

Artikel 8 

Het bestuurslidmaatschap eindigt: 

a. door overlijden van een bestuurslid; 

b. door periodiek aftreden; 

c. bij verlies van het vrije beheer door een lid van het bestuur over zijn  vermogen; 

d. bij schriftelijke ontslagneming (bedanken); 

e. bij ontslag op grond van artikel 2:298 van het Burgerlijk Wetboek; f. bij ontslag door het bestuur op grond van een eenstemmig besluit van alle  andere bestuurders, zonder dat in het bestuur enige vacature bestaat. BOEKJAAR EN JAARSTUKKEN 

Artikel 9 

1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar. 2. Per het einde van ieder boekjaar worden de boeken der stichting afgesloten. Daaruit worden door de penningmeester een balans en een staat van baten  en lasten over het geëindigde boekjaar opgemaakt, welke jaarstukken,  desgewenst vergezeld van een rapport van een registeraccountant of van een  accountant administratieconsulent, binnen zes maanden na afloop van het  boekjaar aan het bestuur worden aangeboden. 

3. De jaarstukken worden door het bestuur vastgesteld. 

REGLEMENT 

Artikel 10 

1. Het bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld, welke niet in deze statuten zijn vervat. 

2. Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn. 3. Het bestuur is te allen tijde bevoegd het reglement te wijzigen of op te heffen. 4. Op de vaststelling, wijziging en opheffing van het reglement is het bepaalde in artikel 11 lid 1 van toepassing. 

STATUTENWIJZIGING 

Artikel 11 

1. Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Het besluit daartoe moet  worden genomen met ten minste een twee/derde meerderheid in een  vergadering, waarin alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn,  zonder dat in het bestuur enige vacature bestaat.

Indien in deze vergadering niet alle bestuursleden aanwezig of  vertegenwoordigd zijn, zal het bestuur een tweede vergadering beleggen,  uiterlijk binnen veertien dagen na de eerste vergadering, waarin, mits met een  meerderheid van stemmen als hiervoor bedoeld, een besluit kan worden  genomen, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde  bestuursleden. 

2. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen. Tot het doen verlijden van die akte is ieder bestuurslid afzonderlijk bevoegd. 3. De leden van het bestuur zijn verplicht een authentiek afschrift van de  wijziging, alsmede de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister, gehouden door de Kamer van Koophandel. 

ONTBINDING EN VEREFFENING 

Artikel 12 

1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen  besluit is het bepaalde in artikel 11 lid 1 van toepassing. 

2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot  vereffening van haar vermogen nodig is. 

3. De vereffening geschiedt door het bestuur. 

4. De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de ontbinding van de stichting inschrijving geschiedt in het register, bedoeld in artikel 11 lid 3. 5. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel  mogelijk van kracht. 

6. Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt zoveel mogelijk besteed overeenkomstig het doel van de stichting. 

7. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de  ontbonden stichting gedurende zeven jaren berusten onder de jongste  vereffenaar. 

SLOTBEPALING 

Artikel 13 

In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.

bottom of page